wilmagerrit-naar-yogibear.reismee.nl

Red Canyon. Met dam

Vanmorgen voor zevenen op om bij de Green River de flora en fauna te bekijken. Leek in eerste instantie een wat dode boel totdat een bever het water indook, de rivier over zwom en aan de overzijde stroomopwaarts langs kwam zwemmen. Soms een stukje onderwater, en dan weer kruipend over wat stenen. Best wel een flink dier. Een beetje foto maken lukte niet erg. Verder nog een kraai betrapt die het op het nest van een zangvogel had voorzien. De zangvogel, ik denk een Western Kingbird had zijn nest in een beschadigd stukje schors van een boomstam gemaakt. Dat had die zwarte rakker in de gaten. Hij was met een natte snavel onderweg om de eieren te stelen. Drie Bullock's Oriole's (gele vogeltjes) verleende assistentie bij het belagen van de kraai. Op wonderbaarlijke wijze hield die kraai het ineens voor gezien en de Western Kingbird zat gelijk weer terug op zijn nest. Van dit schouwspel wel een paar foto's gemaakt.
In de ochtend naar het Dinosaur museum gegaan. In een bergje kleiachtig materiaal heeft men zoveel dinosaurus botten en delen van geraamten aangetroffen dat men hier een museum omheen heeft gebouwd. Ook al zitten die botten al 160 miljoen jaar in de grond, leek het erop dat ze bang zijn dat ze bederven en ze wel graag heel koel wilde houden. Het was verrekte koud bij die dino's. Wat wel opviel dat een dinosaurusbot dat was opgegraven in het gips zat. Zou gipsmeester dan toch het oudste beroep van de wereld zijn? Wilma is nog met het dijbeen van een Brontosaurus op de foto gegaan. Eerlijk gezegd vind ik het niet zo heel erg dat deze jongens er niet meer zijn. Met beren hebben we al genoeg te stellen. Na een half uurtje hadden we het wel gezien en zochten we de zon weer op.
Op de weg naar de volgende camping eerst nog even een halve bibliotheek teruggebracht bij het visitorcentrum. En toen door naar de door de mevrouw van het visitorcentrum aanbevolen camping. Eerst nog even de benzinetank afgeroomd, was met 70 dollar geregeld en toen noordwaarts. Op de parkeerplaats naast een Mormoonse kerk nog even een bakkie gedaan. Dat terrein was wel heel strak aangelegd en perfect onderhouden. Was zo netjes dat Wilma zich afvroeg of wij daar wel mochten parkeren. Via de 191 verder naar het noorden, het was gelijk weer klimmen en voor we het goed en wel in de gaten hadden zaten we alweer rond de 3000 meter hoogte. De berg voor een deel ook weer af en zijn nu op de Red Canyon Campground beland. Deze ligt langs een kloof die als stuwmeer fungeert. Zwemmen kan je vergeten want het meer ligt een goede 100 meter lager en er is geen trappetje. Vanmiddag de rimtrail gelopen. Deze begon bij het visitorcentrum hier. Een man van 78 jaar lichtte ons toe hoe wij moesten lopen bij deze trail. We konden niet verdwalen. Volgens mij was het zijn moeder die hem in het visitorcentrum ondersteunde bij grote drukte. Volgens mij was zij rond de 100 en absoluut onverstaanbaar. Dat laatste volgens Wilma vanwege een loszittende prothese. De man was nog in Arnhem geweest. Hij zat bij het Amerikaanse leger en had in 1962 meegespeeld bij de taptoe in Arnhem. Een van de betere uitjes met Good Old Sam. Langs de trail stuitte wij nabij het eind nog op een stuk of vijf Bighorn sheeps. Speuren we al jaren de bergenhellingen voor af om een glimp van zo'n wild beest op te vangen. Deze waren een pietsie makker. Ze keken geeneens op toen we eraan kwamen en gingen er ook niet vandoor. Vanavond de barbecue weer eens opgestookt en er een paar lekkere biefstukken van het Angus rund op gedeponeerd.

Vandaag gereden 66,7 mijl.

Dinosaur NM

Het is vandaag een dagje kilometers of zo u wilt mijlen vreten geworden. Rond 9 uur gaan rijden. Kwamen het ene tankstation man het andere tegen maar de tank zat nog halfvol dus bedacht in Loa een redelijk grote plaats te tanken. Gingen we voor Loa al rechtsaf, nog niets aan de hand want het benzine zuipen van deze Ford wordt gecompenseerd met een benzinetank met een inhoud van 212 liter. Ik had meer dan een kwart nog aan boord dus bij een verbruik van 1 op 4 moet je dan toch meer dan 200 km ver kunnen komen. En de volgende plaats lag op minder dan 100 km afstand dus niets aan de hand. Nou ja dat denk je dan. Wilma denkt na een Nevada dingetje waarbij alleen een lampje ging branden dat wanneer de tank halfvol is dit betekent dat hij nagenoeg leeg is. In Ferron bij een dumpstation langs de weg de vuilwatertanks geleegd en de watertank gevuld. Na wat gepreek verderop in Ferron gestopt bij een benzinepomp. Briefje op de pomp, waren gestopt. Naar de volgende plaats Castle Dale. Daar het eerste tankstation opgezocht, geloofde mijn creditcard gelijk en leverde voor honderd dollar benzine. Hiermee zat hij weer bijna vol. Op de plek naast mij stond een Amerikaan te tanken die van de Interstate 70 af was gekomen omdat hij een tekort aan benzine had. Ook hij had in Ferron voor de gesloten pomp gestaan. Hij had net op tijd een pomp gevonden want hij kon nog maar 10 mijl rijden. Hij was een soort gelukkig dat hij nu zijn dollars weg zag tikken. Binnen 3 kilometer kwamen we nog twee pompen tegen, benzine genoeg hier. Bedacht in Price een bakkie te doen bij de Mc Donalds, maar die hadden ze niet wat ze wel hadden was veel wind en heel veel stof. Dat hadden ze tot het einde van de route vandaag. Je waaide buiten uit je shirtje. Vandaag twee bergjes van zo'n 3000 meter over geklommen en afgedaald. Met de wind was het soms wel even oppassen je werd zomaar een metertje opzij gekwakt als je te hard reed. En te hard is dan 85-90 km/u. Over de 191 verder Noordwaarts richting Dinosaur. Langs de weg staan nagenoeg de hele route Ja-knikkers olie uit de grond te pompen. Verder zijn de wegen deel van open farms, de koeien lopen gewoon op de weg. Moest nog even stoppen voor een koe die net een kalf aan het zogen was. In Roosevelt zowaar een Mac Donalds, daar een bakkie gedaan en de laatste twee dagen op het weblog geplaatst. Wilma had wat aanspraak van een Amerikaan die steeds vriendelijker werd. Zijn vader was in de oorlog in Nederland geweest. En had hem verteld dat de mensen daar allemaal zo vriendelijk waren. Nu waren de Hollandse meisjes in die dagen inderdaad wat uitgelaten wanneer ik de geschiedenis hierover lees. Maar deze man leek nog een staartje van de bevrijdingsroes mee te willen pikken. Na wat amicaal gepraat werd met een sidehugg afscheid genomen. De koffie was nog heet, dat viel mij alles mee. Na de laatste etappe in Jensen bij het Utah visitorcentrum terecht gekomen voor informatie over het Dinosaur NM. Het was daar vrij rustig, of te wel een vriendelijke mevrouw en wij met zijn tweeën. We werden overstelpt met informatie over Dinosaur, parken in Wyoming, Yellowstone en Grand Teton. Je kon geen woord zeggen of er kwamen twee foldertjes dan wel boekjes bij. Het laadvermogen van de RV in natuurlijk ook niet onbeperkt dus op een gegeven moment aangegeven dat wij VOLDOENDE informatie hadden. Toen vroeg ze of wij misschien nog koffie, thee of eventueel chocolademelk wilden. Het was inmiddels 17:00 uur, wij wilden liever aan de borrel maar moesten eerst nog naar de camping in Dinosaur. Dus dit aanbod vriendelijk afgeslagen mede omdat ik voor een week leeswerk mee had gekregen wat er deze avond ook nog doorheen moest. Bij Dinosaur eerst de:"We 've been there" foto gemaakt, camera wel op de grond gezet want het waaide flink. In het park op de Green River campground beland. Camper geparkeerd en na 275 mijl gereden te hebben vandaag aan de welverdiende borrel. Na het eten en de koffie nog bij de Green River gekeken. Zag daar nog twee herten ' mule deers' de rivier overzwemmen. een grote zaagbek was aan het vissen en twee blauwe reigers vlogen er wat rond.

Oak Creek


De cameraval had om half zes vanmorgen 10 seconden opnamen van de bodem en een puntje camper gemaakt. Geen beest op te zien. (vermoedelijk een Road Runner miep miep...) Onder de sterrenhemel met werkelijk duizenden sterren koelde het wel wat af vannacht. Na het ontbijt weer gaan rijden liepen nog een paar koeien op de weg. Deze waren gemerkt met ' H' flink groot op de zij zodat je het goed kan zien. Deze koeien hebben een beetje lullig aanhangsel onder hun kelen hangen, dat zie je bij Nederlandse koeien niet. Nadat de koeien met kalf de weg over waren konden wij weer door. De weg op links af naar Escalante, echte wildernis die grotendeels uit rotsbodem lijkt te bestaan. Kwamen nog vlak langs Bryce maar daar zijn we 9 jaar geleden al geweest. We moeten verder noordwaarts en om op de 16e in Yellowstone te zijn moeten we dagelijks wel zo'n 150 km rijden. Onderweg bij verschillende uitzichtpunten gestopt. Is allemaal heel mooi en verschrikkelijk weids. Bij Cannonville het visitorcentrum bezocht. Ik had gepland om op de Calf Creek Camping te overnachten en daar een trail naar een waterval te lopen. Deze camping heeft 13 plaatsen maar we waren vroeg dus hadden een goede kans dat er nog een plekje vrij was. Moesten nog wel een uurtje rijden. Na dat uurtje bleek deze camping vol te staan met tenten en Campers maar ook verder vol geparkeerd met dagjesmensen die waarschijnlijk de trail naar de waterval daar aan te lopen waren. Wij pasten er niet meer bij en zijn doorgereden. Paar kilometer verderop een koffiestop gehouden en ook daar een paar foto's van het uitzicht gemaakt. Vlak na onze stop was er nog een motorrijder de bocht uitgevlogen. De politie en ambulance waren er gelukkig bij. Zag er niet best uit. In het begin van de middag zijn we in Dixie Forest op de Oak Creek camping beland. Leuk plekje tussen de aspens en achter ons kabbelt de Oak Creek. Nog geen meter breed, snelstromend tussen de rotsen door en amper 10 cm diep maar er zwemmen wel vissen in van zo'n 10 cm in rond. In de middag een stukje van de Sawmill Bench Trail gelopen, was eerst een kilometertje bergafwaarts en vervolgens wat op en neer tot we bij een wei in het dal aankwamen. Daar even gezeten en van het uitzicht genoten en toen weer terug naar boven. Tegen vijven terug waarna het tijd was voor een wijntje/biertje. Geen barbecue vanavond. Cameraval bij een balk over de kreek geplaatst, wie weet hebben we morgen iets op beeld.

Red Canyon

Vroeg op want we gaan noordwaarts waar de tijd een uurtje naar voren gaat. Om 7.00 u eerst naar de dump gerold was maar een meter of 50 om de tanks te legen en te vullen zodat Willemien haar haartjes kon wassen. Zij was nog lekker even blijven liggen terwijl ik alweer met de poepslang in de weer was. Schoon water innemen kon tegelijkertijd, de punten zaten op de juiste afstand van elkaar. Om terug te rijden naar ons plekje moest ik de hele camping rond i.v.m. eenrichtingsverkeer. Wilma dacht dat ik haar was vergeten en alweer onderweg was. Nou ja....
Terwijl Wilma haar haartjes deed ben ik naar de drugstore gegaan om even van de WIFI gebruik te maken en de belevenissen van gisteren op het weblog te zetten. Was mijn stukje tekst pleite. Dus om 7 uur nog wat in elkaar geflanst.
Na het ontbijt vertrokken en richting Kanab gereden. Vlak voor de grens met Utah nog gestopt bij een liquorstore. Zag er allemaal wat desolaat uit maar de dozen stonden in de zaak hoog opgestapeld, dus dat gaf de burger moed. Hoewel het al een uur of 11 was, was de zaak gesloten. Bij de grens van Arizona met Utah nog een fotootje gemaakt en in Kanab dat een paar mijl verderop ligt boodschapjes gedaan. In de supermarkt ook weer geen druppel geestverrijkend vocht te krijgen. Kregen van de caissière wel een briefje met het adres van de wijnwinkel. Met behulp van de Tom Tom hiernaartoe gereden, kregen twee flesjes chardonnays discreet verpakt mee. Het is dat je uit de wijnwinkel komt. Qua verpakking zou net zo goed een kilo of 4 aardappelen kunnen zijn. Bier verkochten ze niet. Bier heeft hier een promillage van 3,2 %, je wordt er ook niet zo heel gauw dronken van en mag bij de supermarkt worden verkocht. Alleen de supermarkt waar wij waren geweest is nog wat strakker in de leer en verkoopt geen bier. Naar een andere supermarkt, deze plaats had er gelukkig meer en daar een doosje Budweiser opgehaald. Planning was om nabij Kanab te overnachten, maar we waren nog fris en reden nog wat verder door om later in de week wat meer ruimte in het reisschema te krijgen. Vlak voor Bryce Canyon het visitorcentrum van Red Canyon bezocht. Maakte daar weer een wat vaker terugkerende fout. Door vrij te vertalen met free. De mevrouw in het visitorcentrum begon mij gelijk alle plaatsen aan te wijzen waar je gratis in het gebied van de Red Canyon mag staan. Ze bevoelde de Tom Best Road aan, een gravelweg die naar het Noord-posten gaat waar je in allerlei aanwezige uithammen mag staan en overnachten. Nog even gevraagd of de barbecue ook aan mocht, en dat mocht gelukkig. Kreeg nog twee folders mee met alle planten en vogels die in het gebied voorkomen. Met hokjes zodat je ze af kan vinken wanneer je ze hebt gespot. Paar kilometer verderop de Tom best Road ingedraaid stond gelijk een groot bord dat alle soorten vuur verboden waren, zelfs mijn model barbecue met deksel omhoog stond op het bord. Eerste een plekje na zo'n 100 meter ingenomen. Even gezeten en daarna een stukje verder de weg opgewandeld. kwam daar een nog veel leuker plekje tegen met uitzicht over een vlakte met aan het eind wat bergtoppen. Stoeltjes weer ingeladen en weer verkast. Lopen hier wel wat koeien en een dikke stier los rond maar die schenken tot op heden geen aandacht aan ons. Vanavond de barbecue voorzichtig opgestookt en de biefstukken bijna wel done afgeleverd. Het deksel wel even gedemonteerd van de barbecue want bij windvlagen en die heb je hier nog al vaak kiepert hij anders om. Vanmiddag hebben we twee serieuze windvlagen windhoosjes over ons heen gehad. Op het eerste plekje kwam er een partij stof over ons heen dat je je ogen niet open kon houden. Bij de tweede op ons laatste plekje moest ik de biefstukken gewoon vasthouden. De hoeveelheid neergestreken zand viel mee, ze kraakten niet tussen de tanden. Na het eten kwam er nog een gaffelbok / Pronghorn langs lopen. Mijn cameravalletje geplaatst, voor vannacht heb ik goede hoop. Ook al hoop ik wel dat die stier er niet met zijn kloten voor gaat staan.

Grand canyon

Gisterenavond een stukje geschreven maar op een onduidelijke manier is dit verloren gegaan. We zijn in ieder geval langs de rim naar het eind van de landtong (bergtong) gelopen. De camping wordt aan drie zijden omgeven door ravijnen. Slaapwandelen wordt hier sterk afgeraden. Op het puntje een aantal klipgeitachtige foto's gemaakt. Doet iedereen hier. Er kieperen relatief weinig toeristen het ravijn in. Gisteravond had ik meer tekst. Om 07:00 uur is dat iets minder. Vandaag gaan we noordwaarts

Pipe Spring NM

De dagen in Zion zitten er weer op. Niet heel erg want hoewel het een hele mooie vallei is, is het hier warm en druk zat. Na nog even bij het visitorcentrum gebruik te hebben gemaakt van de WIFI zijn we richting zuiden vertrokken. De eerste stop: Pipe Spring NM. Dit is een museum van een kleine nederzetting die begin 1800 floreerde. De woestijn was toen nog een enorme grasvlakte waar duizenden koeien op waren gejaagd. Door de overbeweiding en klimaatverandering ging dit helemaal fout. De nederzetting was juist hier gebouwd omdat er een bron was die heel veel water leverde. De bron is er nog. Het water bijna niet meer. Wij werden rondgeleid door een volstrekt onverstaanbare en ook nog dove ranger. De man had aan zijn uiterlijk en tatoeages te zien indiaanse roots. Hij liet ons het hele gebouw zien en vertelde er nog iets bij. Af en toe ving je een plaatsnaam op maar voor de rest was het een beetje gissen. Wat wel leuk was de voorraadkamer. Door deze kamer liep het koele water uit de bron via een goot naar buiten. Het koude water in combinatie met dikke muren hield de boel aardig koel. Op de eerste verdieping was het telegraafkantoor dat door moeders werd gerund gevestigd. Het minimalisme was hier volledig geïmplementeerd. Na zijn praatje, het terrein verder rondgelopen, een paar gebouwen en kippenhok, waar drie grondeekhoorns uit wegrenden. De kippen, een stuk of zes, liepen her en der over het terrein. In de yard lagen twee Longhorns. Verder was er nog een boomgaard waar een aantal vrijwilligers nog wat graafwerk deden. Ze hadden geeneens eenden! Er lagen nog wel twee vijvertjes voor de deur, maar daar zat helemaal geen leven in. Na nog even te hebben getankt en een 'We've been there' foto te hebben gemaakt zijn wij weer verder gegaan richting Grand Canyon. Na de ingang van het park was het nog 11 mijl naar de camping. Een mooie weg met links en rechts grasland met een kudde bizons. Hier voor gestopt en een paar foto's gemaakt. Was weer zo'n snuggere Aziaat die een macro-opname van een bizon met jong wilde maken. Ik heb het verder maar niet afgewacht, maar ik hoop voor hem dat hij verrekte hard kan lopen. Op de camping werden we al verwacht. De camphost wist te vertellen dat hij met een Nederlandse vrouw was getrouwd. Nu ik toevallig ook dus dat schept dan weer een band. Plekje vooraan de camping gekregen waar ik vooruit in zou moeten want alles is hier eenrichtingsverkeer. De deur zit dan wel aan de verkeerde kant, maar gelukkig mocht ik hem er ook andersom inzetten. Hij hield het verkeer (welk verkeer??) wel even tegen. Het was inmiddels 16:15u en om 16:00 u zou een rangerpraatje over Condors worden gehouden. Nu is dat toevallig een vogel dus wilde ik wel bij zijn. Eerst zoeken waar het amfitheater is gelegen en toen erheen. Niemand te bekennen. Kennelijk niemand op komen dagen. Maar daar kwam toch een rangermevrouw aanlopen met een plastic bak vol spulletjes. Blijkt het in Arizona een uurtje vroeger te zijn dan in Utah. Ik was dus drie kwartier te vroeg in plaats van een kwartier te laat. Praatje was leuk, in de tachtiger jaren waren er nog 9 Condors over nu zijn er weer ruim 80. De camping ligt aan een van de zijarmen van de Grand Canyon. Stukje langs de rand gelopen. Kwam daar nog een soort van sneeuwhoen tegen. (Blue Grouse) Morgen gaan we naar een uitkijkpunt waarbij je het gedeelte van de Grand canyon waar de Colorado door stroomt kan zien. Mijn cameravalletje weer geplaatst.

Angels landing

Om half zes ging de wekker, ik was al wakker want vanmorgen stond de Angels Landing trail op het programma. Een wandeltocht naar de top van Angels landing een berg in het midden van het park. De weg erheen is redelijk steil omhoog en de laatste 800 meter gaat deze over randen waarbij je je aan een ketting vast moet houden om niet naar beneden te kieperen. Wanneer je last hebt van hoogtevrees zit je op deze tocht verkeerd. Een afstand van 8,7 km en je gaat 453 meter omhoog. Dat is het mooie bij die Amerikanen. Je wordt helemaal dood geïnformeerd. Oftewel: ' Long drop-offshore. Not for young children or anyone fearful of heights. Last section is a route along a steep, narrow ridge to the summit.' En ook nog dat je vooral geen stapje naar achteren moet doen wanneer je een foto maakt.
Ik paste wel in dit plaatje maar hoopte wel dat dit niet opa's laatste kunstje zou worden.
Ontbeten met een bakje Raisin Brans en met twee liter water in de rugzak en een paar bananen vanaf de camping naar de shuttlebus. Het werd net licht, de laatste vleermuizen vlogen nog rond. De eerste bus zou om 06:00 uur vertrekken. Stond netjes klaar, had net mijn voet op de treeplank toen ik gelukkig nog even naar links keek. Stonden daar een goede honderd Amerikanen strak in een rij met een blik in de ogen van " wat gaat hij nou doen". Netjes achterin de rij aangesloten en in de tweede shuttlebus die 10 minuten later aankwam paste ik nog net. Bij de zesde halte uit de shuttlebus. Ongeveer de halve bus ging voor deze wandeling de rest ging nog verder het park in om lekker door het water te banjeren. Het eerste stuk van de wandeling ging eenvoudig, het klimt wel wat maar gaat niet steil omhoog. Het pad is ook breed. De drukte viel op zich wel mee, er lopen er zat maar het verspreidt zich snel. Na een kilometertje beginnen de haarspeldbochten in het parcours en ga je steil omhoog. Gelukkig is de route in de schaduw van de berg. Dan loop je om een berg heen en ga je met nog een stuk of 8 haarspeldbochten nog steiler omhoog. Op het observationpoint aangekomen nog een aantal waarschuwingsborden en dan begint het echte werk. Het pad is er niet meer. Je klimt over en tussen de rotsen door verder naar boven. Wanneer het echt spannend wordt hangen er kettingen waar je je aan vast kan houden of omhoogtrekken. Er cirkelden drie kalkoengieren boven mijn hoofd. Ik heb eerlijk gezegd geen flauw idee waarom die beesten juist daar hun rondjes draaiden.
Het was best nog een heel eind waarbij ik mij bedacht dat naar beneden nog wel eens lastiger kon zijn dan naar boven. Tussen rotsen, boomwortels, bomen, als je maar wat vast kon houden om niet naar beneden te kieperen. Dat dacht een jongedame ook toen ze ineens aan mijn kuitbeen hing. Eenmaal bovenop lekker zitten en over de hele vallei uitkijken. Wat foto's maken banaantje eten en lastig gevallen worden door razendsnelle Chipnucks die ook al aan zelfbediening deden. Na een kwartiertje weer terug naar beneden. Op sommige stukken zit je met je kont op de rotsen, hangend aan een ketting om weer een stukje naar beneden te komen. En dan komen een natuurlijk ook nog mensen tegemoet. Ik heb er wel een aantal gezien die echt doodsangsten uitstonden. Durfden geen kant meer op te kijken. Eenmaal weer op het pad blijkt het naar beneden wandelen toch een stuk minder vermoeiend als omhoog. Onderaan weer in een nagenoeg lege shuttlebus gestapt en terug naar de camping. De halte ligt bij het visitorcentrum. Het was nu echt druk geworden. De Efteling is er niets bij. Bij de shuttlebus stond nu een rij van een goede honderd meter te wachten. Om 11:00 uur was ik weer op ons plekje. Gedoucht en een stukje nachtrust ingehaald. Overdag is het hier te warm om veel te ondernemen. Wat gelezen en nog even naar het visitorcentrum geweest om van de WiFi gebruik te maken. Weer terug op de camping bleek het zonnescherm aan de camper niet naar buiten te willen, wel leuk dat zo'n ding elektrisch is maar wanneer hij het dan niet doet wordt het wel lastig. Na wat duwen en trekken deed hij het ineens weer waarna we nog wat welkome schaduw hadden. Om 19:00 uur zakt de zon achter de bergkam en begint het weer een beetje aangenamer te worden. De barbecue weer aangestoken. Voor ons is de hele dag een kolibrie al bezig zijn eten van wat grassprieten af te halen. En er kwamen net ook nog twee herten langs. Die kuieren op 5 meter langs je heen. Je mag ze niet voeren want wild moet wel wild blijven hier. Er steekt nu een lekker briesje op. Het scherm weer naar binnen gedraaid want de camper leek even van een bolzeil te zijn voorzien. De buurman steekt nu net zijn kampvuur aan, we hebben mazzel de rook gaat net langs ons heen. Daar kijken ze hier echt niet naar. Elkaar uitroken is hier een nationaal gebruik. De vleermuizen zijn er weer, de krekels gaan weer te keer en het koelt wat af, tijd voor een wijntje en een biertje, het leven is hier zo slecht nog niet. Morgen gaan we naar de Grand Canyon.

Zion

Vroeg op en geconstateerd dat er niets langs is gekomen. Wandelingetje naar Cedar breaks gemaakt weer ander licht op de hoodoos. Kwam wel twee herten tegen die er zowaar vandoor gingen. Meestal zijn die beestjes kuikenmak in de parken. Dit park is overigens echt een aanrader, lekker rustig en heel mooi. Bij het verlaten van het park nog een: We 've been there, foto gemaakt. Wilde net weer instappen toen er een vos door het weiland liep. Hij was zijn witte wintervacht al kwijt aan het raken. We moesten vandaag circa 150 km rijden naar Zion en wilde onderweg Kolob canyon aandoen waar een mooi uitzichtpunt is. Maar eerst in Cedar city de Walmarkt bezocht voor wat spulletjes en ze hebben daar ook WiFi. Wilma de winkel in en ik lekker bij de ingang op een bankje een beetje rommelen. Zit ik te tikken, en mijn ' take it easy ' petje ligt naast mij op het bankje. Zie ik in mijn ooghoek twee jongens langs lopen waarvan er een helm droeg. Zie ik die helmdrager ineens naar mijn petje grijpen. Op dat moment vreesde ik wel dat mijn opbrenggrepen wat ver zijn weggezakt, maar nog voor ik kon reageren, bleek de tweede man de begeleider van de helmdrager die hem al tegenhield. Hij verontschuldigde zich en hij ging met de helmdrager en zonder pet weer verder. De Interstate weer opgedraaid om bij Kolob canyon een tussenstop te houden. Stond op de borden langs de Interstate al aangegeven dat Kolob canyon ' closed' was. Later bleek tot oktober. Wordt een nieuwe weg naartoe aangelegd. Dit had dus als gevolg dat we wat eerder in Zion waren. Daar hadden we een plekje op de Watchman campground geboekt. We zitten daar als een soort trio op een plekje. Met drie Campers stijf naast elkaar op een rijtje. Wij hebben nog het geluk dat we met de deur aan de goede kant aan de zijkant staan. En het zonnescherm kan ook nog uit. Geen overbodige luxe want we zitten een stuk lager qua hoogte maar een stuk hoger qua temperatuur. Het is hier 39 graden morgen wordt het iets koeler 36 graden. Vannacht zou het tot 17 graden afkoelen, de dekentjes zijn weer opgeborgen. Nadat we bij het visitorcentrum zijn langsgelopen zijn we met de shuttlebus naar de andere kant van het park gegaan. Daarvandaan een wandeling naar de Temple of Sinawava, de Riverside walk, een wandeling van 3,5 km in de bloedhitte. Aan het eind sta je in een kloof waar de zon niet bijkan. Met het water erbij is het lekker koel. Daar een tijdje gezeten. Honderden mensen die door die kloof via het water verder lopen. Een onophoudelijke stoet van mensen. Het heeft hier een hoog Efteling gehalte. Het stikt hier van de grondeekhoorns, die zo brutaal zijn als de neten. Het voeren van die beesten is streng verboden en men beloofd je een boete van $ 100,- wanneer je ze voert. Daar hebben die beestjes wat op gevonden, die zijn gewoon overgegaan op zelfbediening. Komt daar een grondeekhoorn met een zak zoutjes voorbijrennen, met zijn vrienden achter hem aan. De zak sneuvelde al snel waarna het vreetfestijn vrij snel voorbij was. In de hitte weer terug met de shuttle en onder ons luifeltje is de ruststand gegaan. Het is nu inmiddels 21:30 u het krioelt van de krekels, en het is nog steeds best wel warm. Nog zeker 30 graden. Beloofd een lekkere plaknacht te worden. De airco in ieder geval maar aangezet om het een beetje af te laten koelen. Het blijft natuurlijk wel kamperen.